Er zijn twee belangrijke redenen om - steeds als je in "het groen" hebt gespeeld - een tekencheck te doen.
Het is dus eigenlijk net als met tanden poetsen: niet het allerleukste klusje, maar je blijft er wel gezond van.
En ... als je niet in hoog gras, in bosjes of in struiken hebt gespeeld, hoef je natuurlijk geen tekencheck te doen!
We zullen zo de Tekencheck uitleggen. Maar veel handiger dan een tekencheck is natuurlijk om te voorkomen dat je gebeten wordt door een teek. Daarvoor hebben we wat tips:
Begin met je kleren te controleren: àl je kleren! Van je onderbroek tot je schoenen. Van binnen en van buiten. Teken verstoppen zich graag op donkere plekjes, zoals in de zoom van je spijkerbroek of onderbroek, aan de binnenkant van je hemd, in je schoenen enzovoort. En omdat ze pootjes met haakjes hebben, schud je ze er niet zomaar van af. En bedenk dat waar één teek zit, er bijna altijd meerdere zijn!
Handig is om een kleefroller te gebruiken en daarmee langs je kleren te gaan. Een eventuele teek zit dan gelijk vastgekleefd aan de roller en kan niet meer weg.
Je kunt een teek op/in je kleding het beste "vangen" met een plakbandje en dat dichtplakken. De teek kan zo geen kant meer op en gaat dood.
Een teek gaat in de was alleen dood als de was heet (op meer dan 60 graden) wordt gedaan. Een wasje op 30 of 40 graden vinden ze helemaal niet erg: ze leven daarna gewoon door. In de droogtrommel met hete lucht gaan ze trouwens wél dood: teken kunnen niet tegen droge warmte!
Als je je kleren hebt uitgedaan en goed onderzocht, controleer je je lichaam. Teken, vooral de nimfen en larven, kunnen kleiner zijn dan een millimeter, let dus op kleine zwarte stipjes! Kijk goed en voel voorzichtig met je handen over je huid, voel je een hele kleine oneffenheid kijk of het een teek is.
Teken gaan meestal op zoek naar plekjes waar ze niet zo heel erg diep door een vel hoeven te boren: dus naar plekjes waar het velletje heel dun is en waar het donker en een beetje vochtig is. Kijk dus goed tussen je tenen, in je knieholtes, in je liezen, tussen je billen (met een handspiegeltje), in je navel, in je nek en achter je oren.
Er zijn natuurlijk plekjes die je niet kunt zien. Daarvoor kun je een grote spiegel en een handspiegeltje gebruiken. Of je kunt aan één van je ouders vragen om even goed op je hoofd, dus onder je haar, en andere voor jou onzichtbare plekjes te kijken. En als je een zaklamp nodig hebt, gebruik die dan.
Let op, een volwassene, zoals je juf of meester, mag je alleen op teken controleren als je ouders dat goed vinden!
Let op: als je één teek vindt zitten er vaak meerdere! Kom je ergens een teek tegen, die zich in je heeft vastgebeten, dan moet je NIET proberen die er met je vingers uit te halen. Hoe dan wel lees je in stap 3.
Geen teek gevonden? Geweldig. Ga naar stap 4.
Als zich ergens een teek in je heeft vastgebeten, dan moet die op de juiste manier en zo snel mogelijk verwijderd worden. Je kunt dat natuurlijk aan je ouders vragen, maar je kunt het misschien ook zelf doen. Het is wel een precies werkje, vooral als het een jong teekje in het larve- of nimfen-stadium is.
Je gebruikt daarvoor een goede tekenverwijderaar of een spits pincet. Er zijn heel veel verschillende tekenverwijderaars te koop. Ze hebben allemaal zo hun voor- en nadelen. De een kun je makkelijk aan je sleutelhanger hangen en zo altijd bij je hebben, de ander is meer geschikt voor precisiewerk, zoals een teek op je ooglid of in je navel.
In de Tekendoos van de Infoteek zitten wel 9 verschillende soorten waar mee geoefend kan worden.
Het belangrijkste is dat je een teek zonder haar te beschadigen uit je lichaam haalt. Knijp NOOIT in het lijfje van de teek, irriteer de teek niet met zeep of een ander middeltje, en maak met de tekenverwijderaar geen draaiende beweging! Van al deze zaken gaat de teek spugen en is de kans groter dat de teek bacteriën bij jou naar binnen spuugt.
Dus je schuift rustig de tekenverwijderaar zo dicht mogelijk tegen je vel onder de teek. En dan trek je hem er langzaam recht omhoog uit. Het kan zijn dat je daar best een beetje kracht voor moet zetten: sommige teken zitten erg vast. Heel soms kan er zelfs een heel klein stukje van de steeksnuit in je vel achterblijven, dat is niet erg dat komt er later vanzelf uit.
De gevangen teek (die als alles goed gegaan is nog leeft), plak je op een plakbandje, dat je dichtvouwt. Je kan de teek ook in een plastic zakje doen dat je goed dichtknoopt. Zo kun je de teek zonder risico goed weggooien.
Het beetwondje moet je ontsmetten met jodium of alcohol.
Schrijf de datum van de beet op in je agenda of op de kalender. Je kunt ook een foto maken van de beetplek, dan heb je altijd de datum en tijd bij de hand, als de dokter daarnaar zou vragen.
Het is altijd goed om je tekenbeet te melden bij Tekenradar. Daar houdt men bij hoeveel tekenbeten er waar in Nederland zijn geweest. Je kunt daar zien waar in Nederland de teken in een bepaalde week vooral actief zijn geweest.
Na de tekencheck ga je onder de douche. Je weet dan zeker dat eventueel nog ergens loslopende, niet ontdekte teken worden weggespoeld. Maar een teek die zich eenmaal heeft vastgebeten, laat niet los onder de douche of in bad!
Het beste kun je je kleding even een halfuurtje in de wasdroger doen met hete lucht, of je daar nu wel of niet een teek op of in gevonden hebt. Teken kunnen niet tegen de droge, hete lucht in de wasdroger en gaan er zeker in dood.
Ben je gebeten door een teek, dan is de kans groot dat die niet besmet was, dus dat je er niet ziek van wordt.
Maar er blijft altijd een kans dat de teek die bij jou bloed kwam eten wél besmet was. Daarom moet je 6 maanden na een tekenbeet je lichaam in de gaten blijven houden.
Het kan zijn dat je al vrij snel ergens een - steeds groter wordende - rode vlek of ring krijgt: een zogenaamde EM. Dan weet je zeker dat je de ziekte van Lyme hebt. Dan moet je naar de huisarts, en moet je vertellen dat je door een teek bent gebeten en wanneer. Je krijgt dan pilletjes tegen de ziekte van Lyme. Let op: of je nu wel of niet pilletjes krijgt, die rode vlek/ring verdwijnt vanzelf. Maar daarmee is de ziekte van Lyme niet verdwenen! Die kan alleen verdwijnen door medicijnen!
Het kan ook zijn dat je andere klachten krijgt, zoals een grieperig gevoel, hoofdpijn, nekpijn of zomaar spierpijn of wisselende pijn in je gewrichten (zoals je knieën of schouders), terwijl je niets bijzonders hebt gedaan. Soms kan je op je huid een blauwrode of paarsrode bobbel krijgen bijvoorbeeld bij je oorlel, dat wordt een lymfocytoom genoemd. Of je kan ineens hele slappe gezichtsspieren krijgen aan één of beide kanten van je gezicht. Ook dan moet je naar de huisarts